Bananenballen

Sinds ik overwegend paleo eet, ben ik meer bakbananen gaan eten. Het is een zetmeelbron die goed vult, zit vol met vezels en bevat ook nog wat vitaminen en zelfs mineralen als ijzer. In sommige culturen is de bakbanaan een alternatief voor de aardappel. Een bakbanaan kun je niet rauw eten, dus probeer dit ook echt niet mensen!

Mensen die thuis zijn in de Surinaamse keuken kennen deze ballen heel goed. Het zijn tomtoms, ballen van gekookte bakbanaan. Ramon Beuk had dit voorjaar een mooie serie over Surinaamse klassiekers in De Volkskrant, waarbij zijn tomtoms worden opgeleukt met geraspte kokos. Echt lekker en heerlijk bij satésaus. Omdat ik aan deze ballen ook amandelsnippers toevoeg, durf ik ze niet meer tomtoms te noemen, maar bananenballen bekt ook lekker toch?

Je eet de ballen zoals gezegd met satésaus of met pindasoep. Omdat ik liever geen pinda's meer eet, verzon ik daar een alternatief voor: een dip van amandelpasta, ketjap en koriander, dat recept werd gisteren hier geplaatst.

Wat heb je nodig voor de ballen?

• 2 rijpe (dus zwarte) bakbananen
• 2 el kokos 
• 4 el geroosterde amandelsnippers, fijngemalen
• mespunt sambal oelek
• handje gesnipperde verse koriander
• snuf zout

Schil de bananen en snijd in stukken. Zet ze onder water en breng dit aan de kook. Na 20 minuten koken giet je het af en laat je het afkoelen. Prak goed tot een prut en voeg er de geraspte kokos, de gemalen amandelsnippers, de sambal, koriander en de snuf zout aan toe. Draai er ballen van.

Lekker met satésaus of met een amandel-korianderdip.